14 december 2012

Ervaringen met Arriva

Mijn eerste ervaringen met Arriva zijn niet onverdeeld gunstig. In alle wijsheid hebben gemeenten, vervoerder en provincie besloten onze betrouwbare verbinding tussen Lisse en Den Haag op te heffen. De 89 was zeker in de spits een begrip en werd dan goed gebruikt. We zijn echter sinds 10 december veroordeeld tot het gebruik van een spitsbus vanuit Lisse die Sassenheim in de ochtend slechts 3 keer aandoet en dan nog eens op een bijna verborgen, decentrale plek, tevens de enige halte. De bus moest sneuvelen in het kader van 'marktwerking', 'optimalisering', 'kwaliteitsimpulsen', 'voorkomen parallelliteit tussen bus en trein', termen waarmee je als burger omver wordt gekegeld door vervoerder en provincie. Je staat volkomen machteloos tegen zulk abstract jargon, terwijl je daarnaast geconfronteerd wordt met praktische zaken waar je niet om hebt gevraagd ('wifi in de bus'; wie zit er op te wachten met G3 abonnementen op de mobiel). Ik wil gewoon van A naar B met de bus en weer terug, en dat binnen een redelijke tijd. De bussen zijn trouwens prachtig en stil, maar waarom moesten die prima Connexxion-bussen vervangen worden in tijden van crisis? Connexxion, klaarblijkelijk met gezond verstand niet gezwicht voor de druk van de provincie om zijn busvloot totaal te vernieuwen, zag dat ook in en laat dezelfde bussen in andere wel behouden concessiegebieden gewoon dagelijks rijden.
Terugkomend op mijn eigen ervaring. Mijn kennismaking met spitsbus 250 is niet best. Ik heb de bus deze week op geen enkele ochtend op het goede moment bij de halte aan de Van Pallantlaan in Sassenheim kunnen aantreffen; enkele keren kwam de bus zelfs helemaal niet of heel laat. Gevolg een lange reis naar Den Haag (2 uur over 25 km hemelsbreed is toch wel aan de lange kant; ik had bijna beter kunnen gaan fietsen). Een desperate buschauffeur die waarschijnlijk al een tijdje de volle laag had moeten opvangen voor zijn werkgever riep ons op vooral te gaan klagen bij Arriva; hij ging het nl. zelf ook doen: 'ik ben het helemaal zat'. Instemming was zijn deel.
De terugreis is ook bijzonder 'spannend' te noemen. We hebben vanuit Den Haag komend met bus 386 (de oude 88) wel 2 hele minuten overstaptijd op het Transferium om toch weer thuis te komen. Dat vraagt natuurlijk om problemen; die waren er dan ook. Je was blij als er nog een bus kwam die je naar de Bollenstreek wilde vervoeren. De bijzonderste ervaring tekende ik op uit de mond van een medereiziger (je hebt immers tijd zat voor een gesprek met medegetroffenen als je staat te wachten). Het bleek dat de bus uit Leiden een aantal keren niet eens het Transferium aan heeft gedaan en rechtstreeks de A44 is opgereden. Niet zo fijn als je bedenkt dat je dan minimaal een half uur in de kou staat of in het ergste geval je op deze manier de laatste bus in de verte ziet verdwijnen, je in een eenzaam en onherbergzaam en koud OV-land achterlatend (zeker als je niet van de hamburgers van de McDonalds houdt...).
Kortom, wij, ex-89-ers uit de Bollenstreek zijn op dit moment helemaal niet zo blij met de nieuwe vervoerder. Als zelfs het magere alternatief voor je voorheen betrouwbare verbinding niet werkt gaat er zeker geen golf van blijdschap door je heen als er weer een werkdag voor je ligt en je baas je op de afgesproken tijd verwacht. Mij bekruipt het gevoel als waarnemer dat de vervoerder zich verkeken heeft op de complexiteit van de busconcessie, en de groeispurt die het bedrijf doormaakt van 1500 naar 4000 werknemers organisatorisch niet kan bijbenen. Dat zal men zeker ontkennen, maar ik constateer dat we vooralsnog niet op de afgesproken manier en tijd, zoals neergelegd in de dienstregeling, van A naar B kunnen komen. Het lijkt voorlopig vooral een papieren exercitie waarbij niet te veel aan de passagiers is gedacht.
Terwijl de website van de vervoerder stil bleef over de problemen ('mogen wij uw vervoerder zijn?', hadden we een keuze dan?), de monitoren in de bus ons trachten te verleiden tot de aanschaf van aantrekkelijke regionale abonnementen en andere voordeeltjes, en steeds verder weg in de tijd liggende overstapmomenten aankondigden, barstte Twitter de eerste dagen uit zijn voegen met klachten. Laten we toch maar positief blijven en hopen dat het beter wordt de komende dagen, en dat men fouten erkent en er van leert (dat is teken van kracht). Het duurt nog twee weken meldde een flegmatieke woordvoerder op maandag, hetgeen, klaarblijkelijk, zelfs voor de provincie te gortig is. Van mij mag overigens de oude vervoerder Connexxion zo weer terugkomen (en de 89 weer laten rijden).
Wat doet dit alles met mij? Ik ben eigenlijk helemaal niet zo boos, dat is het gekke, meer verwonderd over wat ik om me heen zie gebeuren, over wat we elkaar klaarblijkelijk (moeten) aandoen als samenleving. Observerend én deelnemend. Uiteindelijk heb ik een heel sociale week gehad als reiziger; ik heb nog nooit zo veel gesproken met verschillende mensen die allemaal eenzelfde ervaring met mij deelden, een prettig saamhorigheidsgevoel in een individualistisch tijdperk. Dat was erg leuk en o zo menselijk. Daar wil ik Arriva weer wél voor bedanken.

09 december 2012

Levenslessen in cursusvorm

Bestseller-filosoof Alain de Botton opende in 2008 zijn School of Life in Londen. Met een mix van inzichten uit filosofie, literatuur en psychologie leren hogeropgeleiden er om te gaan met problemen die zij in hun leven tegenkomen. Zoals een gebrek aan zelfvertrouwen. (Trouw, 8 december 2012)